4. Financiering
Algemeen
Algemene ontwikkelingen
De financierings-en liquiditeitspositie hebben zich in 2016 positief ontwikkeld. De rente op de geld- en kapitaalmarkt was in 2016 onverminderd laag.
De doorlichting van de schuldpositie en de herstructurering van de gemeentelijke leningenportefeuille zijn voortgezet.
Dat heeft onder meer geresulteerd in het afsluiten van twee laagrentende en langlopende vaste leningen met een totale waarde van € 45,0 miljoen. De nieuwe leningen zijn ingezet voor consolidatie van vlottende schuld en voor her- en bij-financiering.
Daarnaast kon in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van de kredietfaciliteiten van de Bank voor Nederlandse Gemeenten.
De liquiditeitspositie heeft zich in 2016 positief ontwikkeld. Dit werd met name veroorzaakt door de versnelde uitbetaling door het Rijk van voor de financiering van de FlorijnAs bestemde Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP)-gelden.
In totaal ging het om een bedrag van € 22,8 miljoen. Mede daardoor viel Assen in 2016 in het vierde kwartaal van 2016 tijdelijk onder de termen van het zogenoemde schatkistbankieren.
Het eigen rentebeleid en het interne omslagmethodiek zijn in de 2016 herijkt. De gevolgen zijn ingrijpend. De stelselwijzigingen hadden in 2016 echter nog geen invloed op de beleidsuitvoering en de exploitatie. Ze krijgen voor het eerst in de begroting 2017 hun beslag.
Ontwikkeling schuldpositie
De omvang van de vaste schuld nam in 2016 per saldo met € 25 miljoen toe van € 176 miljoen naar € 201 miljoen. Achtergronden hiervan zijn:
- - Vaste geldlening € 30 miljoen, looptijd 40 jaar rente 1,49%.
- - Vaste geldlening € 15 miljoen, looptijd 60 jaar, rente 1,86%.
- - Reguliere jaarlijkse aflossing op vaste geldleningen € 20 miljoen.
Met de nieuw afgesloten leningen is de lange termijn financiering van de gemeentelijke uitgaven tegen gunstige condities verbeterd en veilig gesteld.
Mede hierdoor behoefde in 2016 geen beroep op kortlopende financieringsmiddelen te worden gedaan. Die trend zal zich de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid voortzetten.
De ontwikkeling van de vaste schuld op de middellange termijn ziet er als resultaat van de beleidsuitvoering in 2016 als volgt uit:
Renteontwikkeling
De Europese Centrale Bank heeft haar monetaire beleid gericht op verruiming van de geldhoeveelheid in 2016 onverminderd voortgezet. De rente op de geld- en de kapitaalmarkt bleven mede als gevolg daarvan in 2016 onveranderd laag.
Met het afsluiten van twee nieuwe langlopende leningen is ook in het eigen financiële bestel van deze gunstige situatie op de geld- en kapitaalmarkt geprofiteerd.
De eigen gemeentelijke rentelasten zijn daarmee blijvend voor langere tijd verlaagd.
Omdat bij het bepalen van de financieringsbehoefte en het ramen van de daarmee verband houdende rentelasten voorzichtigheidshalve is gerekend met een hoger rentepeil resulteren deze beide transacties in een budgettair voordeel voor de totale gemeentelijke exploitatie.
De gemiddelde rente op de totale leningenportefeuille daalde mede als gevolg hiervan van circa 3,2 % in 2015 naar 2,4 % in 2016.
De calculatierente over de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) bleef in 2016 ongewijzigd en bedroeg 4,5 %.
De grondslag waarover deze interne rente is berekend (stand van de reserves op 1 januari 2016) lag aanmerkelijk hoger dan vooraf in de begroting geraamd.
Renteverdeling
Het kabinet heeft In 2016 nieuwe gemeentelijke begrotings- en verantwoordings- voorschriften gepresenteerd. Deze treden, op een enkele uitzondering na, vanaf 2017 in werking.
Dit nieuwe besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bevat onder meer nieuwe spelregels en voorschriften op het punt van de interne rentecalculatie en -verdeling en de wijze waarop de hoogte van het interne rente omslagpercentage moet worden vastgesteld.
Belangrijkste redenen voor de aanpassingen zijn het uniformeren en het meer transparant, vergelijkbaar en marktconform maken van de bij de gemeenten in gebruik zijnde rentespelregels en verdelingsprincipes.
Een van de directe gevolgen die de systeemaanpassing voor Assen heeft is een substantiële verlaging van het rente-omslagpercentage van 5% naar 2,2%.
Intern is er voor gekozen om deze en de andere wijzigingen van het nieuwe BBV in een keer met ingang van het begrotingsjaar 2017 door te voeren.
Om die reden is het percentage voor de interne renteverdeling en -toerekening in de exploitatie 2016 uit praktische overweging vooralsnog gehandhaafd op 5%.
De nieuwe voorschriften hebben eveneens gevolgen voor de bepaling van de hoogte en de wijze van toerekening van de op de grondexploitatie betrekking hebben financierings- en rentelasten. Deze aanpassingen zijn direct vanaf 2016 in werking getreden.
De aan de grondexploitatie toe te rekenen rente was tot en met 2015 gefixeerd op 4,5%. Als gevolg van de nieuwe spelregels moest deze in 2016 worden verlaagd tot 1,5%.Renteresultaat
Hier onder het samenvattend overzicht van het totaal van de in 2016 betaalde rente over de beschikbare externe financieringsmiddelen, de gecalculeerde rente over het beschikbare reserves en voorzieningen en de interne toerekening daarvan aan producten, projecten en de grondexploitatie.
Renteresultaat
Hier onder het samenvattend overzicht van het totaal van de in 2016 betaalde rente over de beschikbare externe financieringsmiddelen, de gecalculeerde rente over het beschikbare reserves en voorzieningen en de interne toerekening daarvan aan producten, projecten en de grondexploitatie.
Risicobeheer
Kasgeldlimiet en renterisiconorm
De kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn financiële parameters bedoeld om de risico’s van rentefluctuaties te monitoren en te beperken. Gemeenten moeten zich in de uitvoering van hun financieringsbeleid aan beide normen houden. Ze zijn vastgelegd in de Wet Financiering lagere overheden (Wet Filo). De renterisiconorm is het bedrag dat de gemeente maximaal in een jaar mag (her)financieren.
De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente maximaal mag lenen in de vorm van geldleningen met een looptijd korter dan 1 jaar. Beide normen zijn uitgedrukt in een percentage van het begrotingstotaal. Deze zijn in 2016 niet gewijzigd.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet beperkt het renterisico van financiering met kort geld (geldleningen met een looptijd van één jaar of minder). De limiet is een vast percentage (8,5) van de totale lasten van de begroting. In 2016 kwam de kasgeldlimiet uit op € 33 miljoen. Dit betekent dat de gemeente maximaal voor dit bedrag met kort geld mag financieren. De onderstaande tabel geeft de kwartaalgemiddelden over het gehele jaar weer.
Renterisiconorm
De renterisiconorm beperkt het risico van een te sterke groei van de rentelasten. De norm is 20% van het begrotingstotaal. Voor Assen bedraagt de norm € 77,7 miljoen. Het totaal aan herfinancieringen en renteherzieningen van vaste geldleningen moet beneden dit bedrag blijven. In 2016 voldeed Assen aan deze norm.
Kredietrisicobeheer
Assen voert een zeer terughoudend beleid voor het verstrekken van leningen en garanties. Dit geldt ook voor het aangaan van participaties. Wij vinden het financieren van activiteiten van derden geen taak van de gemeente Assen.
Schatkistbankieren
De limiet voor het schatkistbankieren, beperkt de eigen beleggingsmogelijkheden van de gemeente. Niet direct voor de eigen financiering benodigde middelen worden, als ze uitgaan boven de in de wet vastgelegde limiet, afgeroomd ten gunste van de ‘schatkist’ bij het Ministerie van Financiën.
De wettelijke limiet is een vast percentage (0,75 % ) van de totale lasten van de begroting. In 2016 kwam de limiet uit op € 2,9 miljoen. Assen mocht in 2016 maximaal voor dit bedrag zelf overtollige middelen aanhouden.
De gemeentelijke liquiditeitspositie heeft zich in de loop van 2016 dusdanig positief ontwikkeld dat Assen in het vierde kwartaal van het jaar tijdelijk onder de termen van het verplichte schatkistbankieren viel. Eind 2016 bedroeg de omvang van het bij het Ministerie van Financiën uitstaande tegoed € 15,4 miljoen.
Belangrijkste oorzaak hiervan was het besluit van het Rijk om naast het reguliere gemeentelijke aandeel in de voor de FlorijnAs bestemde Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP)-gelden in 2016 tussentijds ook al een deel van de nog resterende RSP-gelden versneld aan Assen uit te keren. De omvang van deze uitkering bedroeg € 16,4 miljoen. In totaal is hiermee in 2016 € 22,8 miljoen aan RSP-gelden ontvangen. Dit heeft de liquiditeitspositie positief beïnvloed.